Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij [15]telde hen [16]te Bezek; en van de kinderen Israels waren driehonderd duizend, en van de mannen van Juda dertig duizend. 15. Of, monsterde hen. 16. Dat is, in de landpale omtrent de stad Bezek, van welke gesproken wordt Richt.1:5.